top of page
  • Foto van schrijverstantweede1

TWEEDE LEERJAAR planning 20/04-24/04

Spelling WP 23

Schrijf in je map telkens 1 kolom verspreid over de hele week.

Werkschrift spelling p. 51-52

LET OP: luister goed naar de klank: korte klank? verdubbelen

lange klank? verenkelen

andere klank? schrijf wat je hoort

Taal

Les 9: verkleinwoorden op -je, -pje, -tje werkschrift p. 40, 41

Let op bij oef.2. Denk eerst aan het grote woord.

Een bloem-pje

Een kasteel-tje

Een soep-je en niet een soe-pje

Een feest-je en niet een fees-tje

Les 10 : Lees in je leesboek p. 74-77 (A-lezers lees A en probeer ook eens de B

B-lezers lees B en probeer ook eens C)

Maak alle oefeningen in je taalschrift op p. 42, 43, 44

Thema 9 les 1 : Lees in je leesboek p. 87, 88

Zoek alle woorden die eindigen op -ig en -lijk

Lezen: lees elke dag zeker 10 minuten

In je leesmap P 32, 33, … (deze blaadjes zitten in de map die in je brievenbus stak, steek ze bij in je leesmap)

In een eigen boekje

Bedenk voor je zelf een leuk leesspel met de dobbelsteen.

Vb: ik gooi 1. Ik lees onder de keukentafel

Ik gooi 2. Ik lees in de tuin

Ik gooi 3. Ik lees met mama/papa om de beurt een zin

Maak zelf eerst een lijstje van 1 tot 6. Gebruik je fantasie… verzin…en geniet van het lezen. J

Rekenen

Een nieuwe rekensprong! TE + TE met brug.

Je kent alle stapjes die je nodig hebt om deze oefening te kunnen maken.

Bekijk het instructiefilmpje heel goed!!!

Maak in je schrift p. 49 nr 2 en p. 52 nr 2

In de brievenbusmap zitten oefenblaadjes. Maak dagelijks enkele oefeningen. Iedereen moet in het begin de oefening volledig uitschrijven met de kring, het zakje en de pootjes. Zo maak je in je hoofd alle stapjes correct.

(met eigen trucjes lukt het niet L)

Les 213/214 dm en cm

Je kent al 1m = 1meter

1 cm = 1 centimeter

Je leert nu 1 dm = 1 decimeter = 10 centimeter

Neem een meetlat en duid tussen je twee duimen 1 cm en 10 cm aan.

Oefen nu : 12 cm = 10 cm + 2cm dus = 1 dm en 2 cm

Doe – opdracht: meet voorwerpen in huis en buiten en zeg hoeveel cm/dm

Les 215 : de maaltafel van 9

1X9 = 9

2X9 = 18

3X9 = 27

4X9 = 36

5X9 = 45

6X9 = 54

7X9 = 63

8X9 = 72

9X9 = 81

10X9 = 90

Blijf alle andere maal – en deeltafels goed oefenen op de blaadjes uit de brievenbusmap. Elke dag 1 kolom + 1 extra (wissel af met X en :)

Les 219 de euro gepast betalen. Werkschrift p. 56 nr 1 en 2 voor iedereen

nr 3 voor de durvers

Schrift

In de brievenbusmap zitten nieuwe hoofdletters. Oefenen maar!

Maak ook zeker de oefeningen die op BINGEL komen.

En dan nog even dit.

Het is volop lente. De natuur ontwaakt. Kijk, voel, luister, ruik, proef.

Ga eens op stap in je tuin, je straat, een park dicht bij, …

Doe een bloementocht:

Hoeveel verschillende bloemen tel je?

Ken je hun naam?

Maak er een foto van en maak zelf een memory van bloemenfoto’s.

Maak een mooie tekening van bloemen.

Maak een bloemenketting van madeliefjes.

Geniet van de prachtige natuur en de zon!!!

Heel veel succes!!!

Het einde komt stilaan in zicht. Binnenkort zien we elkaar weer.

Bij probleempjes of vragen, aarzel niet en contacteer ons.

DIKKE KNUFFEL.

Juf Elien, juf Reinhilde, juf Eki en juf Christa



189 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven
bottom of page